Kennis over ME
Oorspronkelijk gold ME als een vorm van poliomyelitis. In 1954 is de definitie van polio aangepast, waarbij niet-paralytische gevallen werden uitgesloten. Sindsdien is het wetenschappelijk onderzoek naar ME vooral verricht door artsen die de patiёnten in hun eigen praktijk onderzochten. Zij waren ter plekke toen een uitbraak van ME plaatsvond (Ramsay, 1986), kwamen met de ziekte in aanmerking doordat zijzelf (Hyde, Jason) of een familielid (Chia) deze opliepen, of raakten anderszins persoonlijk betrokken.
Na het eerste wereldcongres over ME is de toenmalige kennis gebundeld (Hyde, 1992).
De voortschrijding van de medische kennis en techniek heeft nieuw, gericht onderzoek naar ME mogelijk gemaakt, dat bovendien aantrekkelijk is voor toponderzoekers. Het gaat dan om immunologisch, virologisch, metabolisch en cardiovasculair onderzoek. Hiervoor worden evenwel nauwelijks middelen vrijgemaakt.
Epidemische kennis
Aanvankelijk was ME alleen bekend van uitbraken, in combinatie met (andere vormen van) poliomyelitis, mogelijk voor het eerst in Vermont, 1894, later ook afzonderlijk. Vanaf halverwege de jaren 1950 zijn steeds meer sporadische gevallen waargenomen, met een grote toename in de jaren 1970/80. De incidentie lijkt thans min of meer stabiel. Het aantal ME-patiënten in Nederland is ongeveer 14.000, in ruime meerderheid vrouwen en overwegend van middelbare leeftijd.
Kennis over ME
Mist u informatie? Laat het ons weten!